Hoe verbuig je het werkwoord spookrijden?
Je komt het regelmatig tegen: mensen die het werkwoord spookrijden vervoegen.
"Help! Ik heb spookgereden!"
"Mijn zoon bekende me dat hij gisteren spookreed."
"Ik reed zelf ook een keer spook."
De taaladviesdiensten keuren dit niet goed. Het werkwoord spookrijden is een zogenaamd 'onvolledig werkwoord'. Dit zijn werkwoorden die niet vervoegd worden. Je mag ze dus alleen als heel werkwoord gebruiken of als zelfstandig naamwoord (het spookrijden). Andere voorbeelden van zulke onvolledige werkwoorden zijn:
rekeningrijden, nagelbijten, schoolzwemmen, liplezen, wadlopen
Spookgereden of ... gesp... gespookreden
Welke vorm zou jij kiezen: spookgereden, zoals de twitteraar hierboven, of gesp... uh ... gespookreden, zoals Evert Santegoeds in de clip hieronder?
Wij adviseren: doe maar niet. Noch vervoegen, noch spookrijden zelf. Zoals Tooske terecht zegt: spookrijden is best wel heel erg scary!