Taaltip: één van de of een van de?

Je mag in een van de geen streepjes zetten op het woord ‘een’. Eén schrijf je alleen met accenttekens als je het cijfer 1 bedoelt of als er een lezing mogelijk is met ‘een’. Dus bijvoorbeeld in een zin als ‘Ik heb thuis een hond en een kat’ of ‘Ik heb thuis één hond en één kat’. Als je wilt dat de lezer hier ‘één’ leest en niet ‘een’, dan moet je wel streepjes zetten. Bij een van de is maar één lezing mogelijk. Hetzelfde geldt voor een of meer en een en ander.

Overzicht Taaltips
hygiène of hygiëne?
appel of appèl?
bloknoot of blocknote of blocnote?
kado of cadeau? cadeau’s of cadeaus?
hun of hen?
er van uitgaan / ervan uitgaan / ervanuit gaan / er vanuit gaan / ervanuitgaan / er van uit gaan?
handvatten of handvaten?
werkwoordspelling: d en dt
genant of gênant?
werkwoordspelling: gebeurt of gebeurd?
Secretaressedag
op het scherp(st) van de snede
te(n) alle(n) tijde(n)
peiler of pijler?
persé of per se of persee?